Jaren later liep ik op een ijskoude januaridag door Auschwitz. De sneeuw, de kou, de stilte. De barakken. De koffers. De kinderschoenen. De brillen – alles wees op een huiveringwekkende precisie. Het systeem, de logistiek, de schaal. Wat mij raakte: dit is geen geschiedenis die vanzelf gebeurde.
Dit was mensenwerk.

In 2009 reisde ik alleen door de Balkan. In Sarajevo was de oorlog nog steeds voelbaar. Niet alleen in de littekens van de gebouwen, maar vooral in de verhalen van de mensen.
Srebrenica gaf een onbehagelijk gevoel – door de omliggende bossen, en door de rijen grafstenen.

Een marktkramer in Sarajevo zei tegen me:
 "Why war? Voor de oorlog leefden we samen. Tijdens de oorlog tegen elkaar. Nu weer samen. Waarom oorlog?"

We zeiden ooit: Nooit meer.
Toch gebeurde het opnieuw. En het gebeurt nog steeds – voor onze ogen.

Dus: Hoe geef je vrijheid vorm, nu de echo’s van het verleden verzachten en steeds minder mensen het nog uit eigen ervaring kunnen doorvertellen?  Hoe blijf je waakzaam, juist in tijden van vrede? Herdenken gaat niet alleen over toen – het gaat ook over nu.

Vrijheid is niet vanzelfsprekend. Het vraagt om verhalen. Om gesprek
Verhalen van toen, maar ook van elders, en van nu.
Ze helpen ons begrijpen hoe snel samenleven kan kantelen.
Hoe keuzes worden gemaakt – en hoe je jezelf en elkaar scherp houdt.

Die zoektocht naar de vele verhalen is precies waarom ik – samen met D66 – dit amendement indien: om te zorgen dat herdenken blijft raken, verbinden en verrijken.