WAGENINGEN – De afgelopen vier jaar was De Brito fractievoorzitter van GroenLinks. Zij is trots op de resultaten die zijn geboekt door de coalitie van haar partij samen met D66 en PvdA. “Toen wij de onderhandelingen ingingen, waren twee zaken voor GroenLinks essentieel. We wilden goede minimaregelingen, een beschaafde stad zorgt namelijk goed voor de onderkant van de samenleving. Daarnaast wilden we een goed gemeentelijk klimaatbeleid, voor nu en voor de toekomst.” Volgens De Brito tonen cijfers aan dat de coalitie hier succesvol in is geweest. “We hebben een goede regeling voor mensen die maximaal 130% van de bijstandsnorm verdienen. Daarmee is Wageningen voorloper in het land. Ook het aantal gedwongen huisuitzettingen is hier landelijk gezien erg laag. Qua klimaatbeleid hebben we de afgelopen vier jaar allerlei lokale projecten op het gebied van zonne-energie zien opbloeien. Dat leverde voor Wageningen een besparing op van 2 miljoen euro per jaar en 135 arbeidsplaatsen. Als je dat landelijk zou vertalen, zou het 50.000 banen opleveren. Zo zie je dat klimaatbeleid geen elitair speeltje is, maar ook echt iets op kan leveren.” Die laatste opmerking tekent De Brito. Idealen zijn voor haar belangrijk, maar het effect op mensen staat voor haar voorop. “Daar doe je het voor als politicus. Daarom ben ik blij dat we als GroenLinks de afgelopen vier jaar veel tastbare resultaten hebben weten te boeken. Ik noem het redden van het Groene Wiel, tijdelijke studentenhuisvesting in bestaande gebouwen en het opnieuw bij elkaar brengen van ’t Venster, bblthk en Junushoff.” Wat mensen de komende jaren gaat raken is volgens De Brito het feit dat gemeenten vanaf 2015 verantwoordelijk zijn voor nieuwe taken op het gebied van werk, zorg en jeugd. Maar ook op dit gebied is zij vol vertrouwen dat Wageningen dit op een eigen wijze invult. “Er is vorig jaar al een GroenLinks motie aangenomen dat in Wageningen niet het budget, maar het beleid de inhoud bepaalt. We gaan niet het budgettaire korset van Den Haag aantrekken, maar bepalen zelf welk niveau van zorg mensen verdienen. Vervolgens zoeken we daar het budget bij.”