Dat waren de woorden van onze burgemeester tijdens zijn laatste nieuwjaarstoespraak. Woorden die raken aan de kern van waar 4 en 5 mei over gaan: over herdenken, vieren én verantwoordelijkheid nemen. Vrijheid, vrede en recht zijn namelijk geen vanzelfsprekendheden. Ze vragen om moed. Om durf. Om je uit te spreken en te handelen.
Wageningen draagt als stad van bevrijding en vrijheid een grote verantwoordelijkheid om die waarden in het nu te laten spreken.
Op 5 mei aanstaande ontvangen we de minister-president in Wageningen. Hij zal de Vrijheidsvlam op het hoofdpodium ontsteken om zo de start van alle bevrijdingsfestivals in te luiden.
Maar dit schuurt.
Hij is namelijk de minister-president wiens kabinet haar plicht verzaakt het internationaal recht te beschermen en te verdedigen en die weigert om politieke, militaire of economische consequenties te verbinden aan de overduidelijke schendingen van het internationaal recht door de Israëlische regering. Schendingen die niet alleen door diverse experts zijn vastgesteld, maar schendingen die, al is het gedeeltelijk, ook door de minister-president worden erkend.
Desondanks liet de premier recent weten dat er wat Israël betreft voor het kabinet geen rode lijn bestaat die overschreden is of kan worden.
Met deze onvoorwaardelijke steun aan Israël handelt Nederland in strijd met uitspraken van het Internationaal Gerechtshof, het Internationaal Strafhof en met internationale verdragen, zoals het genocideverdrag.
Vrede, vrijheid en rechtvaardigheid vragen moed zei ik eerder. Om durf. Om het juiste te doen.
Aan die moed en durf lijkt het bij onze politieke leiders en in ons kabinet te ontbreken, gezien ze weigeren een rode lijn te trekken. En daar waar zij hun verantwoordelijkheid verzaken, vinden wij dat het aan ons is om moedig te zijn. Om durf te tonen en pal te staan voor internationaal recht. Om de minister-president en het kabinet te herinneren aan hun verantwoordelijkheid deze te beschermen en ernaar te handelen.
Daarom hebben wij de volgende vragen aan het college:
- Herkent het college de zorgen van inwoners en maatschappelijke organisaties over de dreigende genocide op het Palestijnse volk, de rol die ook Nederland speelt in de grove schendingen van internationaal recht en mensenrechten en hoe reflecteert zij daarop?
- Hoe verhoudt de komst en rol van minister-president Schoof als vertegenwoordiger van het kabinet op 5 mei zich tot het moreel leiderschap en de durf waar Wageningen zich op beroept en op haar rol als stad van de bevrijding en vrijheid.
- Hoe is het college voornemens om, juist op 5 mei, uit te spreken dat Wageningen — als stad van bevrijding en vrijheid — onvoorwaardelijk staat voor rechtvaardige vrede, de bescherming van mensenrechten en handelen naar het internationaal recht, en dat ook onder de aandacht te brengen van de minister-president?