22 juni vond het Zomer-event van de Klimaatcoalitie plaats. Wageningse GroenLinks-wethouder Lara de Brito hield een inleiding voor de workshop Leiderschap. De volledige tekst van haar betoog staat hieronder.
“Mensen kennen van alles de prijs, maar van niets de waarde”, vrij naar Oscar Wilde.
Van SMART naar slim
We staan aan de vooravond van een omwenteling naar een nieuwe economie. En moeten onszelf dus de vraag gaan stellen wat dingen werkelijk waard zijn en niet meer alleen wat ze kosten. De grote omwenteling is die van SMART, alles meetbaar en in targets weergegeven, naar slim; keuzes maken die op lange termijn goed uitpakken voor onze leefomgeving en gezondheid, en die recht doen aan fundamentele mensen- en burgerrechten. Het betekent ook in verbanden in plaats van tegenstellingen denken. De zoektocht naar de gezamenlijke winst op lange termijn in plaats van het conflicterend belang op de korte termijn. Maar hoe doorbreek je deze korte horizon die diep in onze economie, democratie en media geworteld is?
Nieuwe democratie
Uit de weg gaan, ondersteunen, bureaucratie aanpakken; erg goed om te doen als lokale overheid, maar er is meer nodig. Faciliterend leiderschap klinkt mij te passief, te neutraal in de oren. Neutraal is prachtig als je het woord klimaat ervoor plakt, maar zinloos als je revolutie wil. Een goede democratische leider is een jongleur. Die uitblinkt in inhoud en relatie en die overtuigingskracht heeft en die ook gebruikt, en daarmee investeert in democratische dialoog. Politieke vernieuwing is een voorwaarde om wezenlijke maatschappelijke veranderingen, gedragen door burgers, voor elkaar te krijgen. De nieuwe economie bereiken we niet zonder in de basis te werken aan een nieuwe democratie. Dat kan alleen als bestuurders de weg durven te wijzen. Wat we nodig hebben zijn democratische leiders die succesvol beïnvloeden en sturen met een duidelijk verhaal dat tot de verbeelding spreekt.
Gezamenlijk doel, Gelders Energieakkoord
Inhoud staat altijd voorop. Een goed bestuurder kent de praktijk en verbindt niet alleen partners en rollen aan elkaar maar ook abstract beleid met uitvoering. Bij de inwoner beginnen en het vervolgens vertalen naar wat het betekent voor de organisatie. Als je weet welke waarden belangrijk zijn, dan heb je focus en richting. De waan van alledag overstijg je alleen door eerst een gezamenlijk doel te hebben. Het Gelders Energieakkoord – een coproductie van maatschappelijk middenveld, bedrijfsleven en overheid - dat helder stelt dat we als provincie in 2050 klimaatneutraal moeten zijn, is in deze context misschien wel de beste illustratie van een belangrijk gezamenlijk plan. Weliswaar heeft het een lagere ambitie dan de Wageningse ambitie om in 2030 klimaatneutraal te zijn, maar door de veel grotere schaal doet het recht aan de urgentie van de klimaat- en energie-uitdaging. Mijn bestuurlijke horizon reikt verder dan de gemeentegrenzen van Wageningen.
Ambtelijke organisatie - samenleving - gemeenteraad
De route die ik afleg is veelal van binnen, (college en ambtelijke organisatie) via buiten (samen optrekken met maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven) terug naar de politiek. Het missiewerk begint binnen het college. Daarna volgt de ambtelijke organisatie: deze moet de bestuurlijke ambities en vernieuwingsagenda dragen en uitdragen. Een bestuurder moet de voltallige organisatie meekrijgen in een fundamentele omslag. Exclusiviteit is in veel verbanden een mooi gegeven, in deze is het een bedreiging. Klimaat mag niet exclusief van de klimaatmedewerkers zijn maar moet een thema zijn waar de hele organisatie zich mee bezighoudt. Daar werken we hard aan, het is een secuur proces en eentje van lange adem. Om overzicht te hebben ben ik met de zegen van mijn collega's in het college coördinerend duurzaamheidswethouder.
Ik ben nu een jaar wethouder en stel al een jaar lang bij alle voorstellen die voorbijkomen steeds de vragen: Waarom doen we dat? Wat is er onderscheidend aan? Wat is er typisch Wagenings aan? We moeten in waarden leren denken en niet in aanbod en producten. Dat vraagt een expliciet gesprek op alle niveaus waarin de gezamenlijke missie besproken, begrepen en doorgegeven wordt.
Grootste uitvinder aller tijden
In Wageningen is de missie ‘Klimaatneutraal in 2030.’ Recent is daar ‘Wageningen als proeftuin voor innovaties’ bijgekomen. Zo hebben we net het eerste 'Nul-op-de-meter rijtjeshuis'-renovatie volgens de Stroomversnelling Koop opgeleverd, een landelijke primeur. Kiezen om in te zetten op innovaties is een bewuste bestuurlijke keuze. Met Wageningen UR binnen onze gemeentegrenzen een erg passende keus. De overheid staat niet bekend om haar inventiviteit. Een hardnekkig misverstand is dat de markt innoveert en de overheid ontwikkelingen in de weg staat. Interessant genoeg is dat feitelijk onjuist. Om historicus Rutger Bregman te citeren: 'de overheid is de grootste uitvinder aller tijden.' De grootste investeringen in innovaties zijn niet door de markt maar door de staat bekostigd. Omdat de overheid meer risico durft te nemen.
Toegankelijk taalgebruik
Grote veranderingen vragen om groot commitment. Zowel voor de interesse intern als die in de samenleving is het heel hard nodig om de coalitie van mensen die zich willen inzetten voor de nieuwe economie en de energietransitie uit te breiden. De eerste en belangrijkste stap daarin is toegankelijke taal te gebruiken. Geen jargon, geen feestje van groene techneuten. De taal moet uitnodigen en niet mensen buitensluiten. Persoonlijk ben ik bovendien erg wars van vaag taalgebruik en van woorden als dwarsdenkers, kantelaars en frisdoeners. Als je weet wat je wilt zeggen dan kun je het ook op een eenvoudige manier beschrijven. Bovendien dwing je jezelf en anderen om echt na te denken over wat je wilt en wat woorden als ‘transformatie’ concreet inhouden.
Leren van sociale domein
Naast klimaat en duurzaamheid ben ik ook verantwoordelijk voor een breed palet aan taken in het sociale domein, waaronder de nieuwe taken op het gebied van zorg en jeugdzorg. Het sociale domein is nog volop aan het zoeken naar hoe het ideaal van 'zorg dichtbij burgers' gerealiseerd moet worden, maar er valt voor de energietransitie al veel van te leren. Zo werken we in Wageningen sinds 1 januari met een sociaal loket waar niet alleen alle gemeentelijke disciplines gebundeld zijn maar ook belangrijke organisaties en zorgaanbieders. Samen wordt de balie bemenst. Specialisten krijgen een veel bredere blik, waardoor niet alleen de vraag of het probleem alle aandacht krijgen maar vooral ook de mens die aan de balie komt. Terug naar common sense en menselijke maat. Ook op het terrein van energie is samenwerking het enige recept voor resultaat. Dat betekent dat je als overheid stuurt op samenwerking in plaats van concurrentie.
Experimenteerruimte formaliseren
De belangrijkste vraag is: hoe zet je de inwoner centraal in de praktijk als je in een web van procedures, regels en producten vastzit? We moeten ons bewustzijn van het feit dat een structuur of procedure een middel is en geen doel. Dat vraagt om een echte cultuurverandering. Maar hoewel het tegenstrijdig klinkt: een structuuraanpassing kan daarbij helpen. Als je van professionals vraagt om buiten de lijntjes te kleuren, moet dat wel mogelijk worden gemaakt. Zolang we gevangen zitten in het moeten verantwoorden in platte cijfers en contactmomenten in plaats van maatschappelijke effecten, investeringen in preventie en bejegening, moet experimenteerruimte geformaliseerd worden. Een andere benadering, niet alleen mogelijk maar ook makkelijk maken. Zo heb ik kort geleden de organisatie gevraagd om met een voorstel te komen voor een maatwerkfonds. Alle mooie, slimme, logische en voor de hand liggende oplossingen die bedacht worden en die niet tot ons standaard aanbod behoren, kunnen dan vrij eenvoudig ergens weggeschreven worden.
Nieuwe dynamiek vraagt co-creatie
De nieuwe rol van de overheid, waarbij de gemeente inwoners centraal stelt en veel directer zeggenschap geeft - meer verantwoordelijkheid betekent voor mij ook meer zeggenschap - vraagt om andere competenties, zodat complexe co-creatieprocessen kunnen worden begeleid, en kent een totaal andere dynamiek en relatie met de samenleving. In de nieuwe economie is er niet minder overheid maar een andere overheid. Actieve burgers vragen om een sterke, snelle en slimme overheid.
Zonder zeggenschap geen verantwoordelijkheid
Al deze maatschappelijke veranderingen raken in de kern de rol van de democratische volksvertegenwoordigers. De vraag werpt zich op: waar ligt het democratische primaat? Direct bij inwoners of bij de gekozen gemeenteraad? Ik ben er sterk van overtuigd dat we geen fundamentele economische verandering krijgen, waarvan de energietransitie een belangrijk onderdeel is, zonder politieke vernieuwing. Meer burgerschap, een betrokken samenleving, gaat hand in hand met directe zeggenschap. Waar je niets over te zeggen hebt, daar voel je je ook niet verantwoordelijk voor. Maar het democratische primaat ligt bij de gekozen volksvertegenwoordigers en deze moeten bereid zijn om macht uit handen te geven. Dat is niet makkelijk. Aan bestuurders die fundamentele verandering willen, de opdracht om politieke vernieuwing te organiseren en de raad zover te krijgen om te kiezen voor meer directe zeggenschap van inwoners. Dat lukt alleen als burgerinitiatieven, maatschappelijke organisaties en bedrijven de bestuurder daarin ondersteunen en niet zelf voor kortetermijnwinst gaan en de oppositie kiezen. Want dan wordt de gemeenteraad in de oude reflex gedwongen van tegenstellingen en conflicterende belangen.
Kortetermijn successen binnen het langetermijn verhaal
Om de raad mee te krijgen met de politieke vernieuwingsagenda is het belangrijk om ook op korte termijn politieke resultaten en successen te laten zien. Daarvoor is een varifocusblik nodig. Zorg voor politieke successen op de korte termijn die passen in het langetermijnplan. Bijvoorbeeld door te investeren in Natuur- en Milieueducatie, de lokale lasten te vergroenen, het goede voorbeeld te geven door je eigen vastgoed te verduurzamen en te zorgen voor duurzame schoolgebouwen. Gezonde scholen spreken terecht tot de verbeelding. Naast al het verborgen werk zijn er gelukkig veel concrete resultaten te behalen. Wees innovatief, de geschiedenis bewijst dat de overheid daar kampioen in is. Als het verleden een voorspeller is voor de toekomst, dan komt de nieuwe economie er wel.
Overigens ben ik wel van mening dat zolang we zes miljard euro aan fossiele subsidies blijven uitgeven de doorbraak in onze energietransitie er niet komt.