Green Office Wageningen organiseerde van 5 t/m 10 oktober het Seriously Sustainable Festival, om de Dag van de Duurzaamheid (9 oktober) te vieren. GroenLinks duurzaamheidswethouder Lara de Brito gaf op 8 oktober een lezing voor studenten en medewerkers van Wageningen UR. De (uit het Engels vertaalde) tekst van haar lezing staat hieronder.
Mensen kennen van alles de prijs, maar van niets de waarde (Oscar Wilde)
Van SMART naar slim
We staan aan de vooravond van een omwenteling naar een nieuwe economie. En moeten onszelf dus de vraag gaan stellen wat dingen werkelijk waard zijn en niet meer alleen wat ze kosten. De grote omwenteling is die van SMART, alles meetbaar en in targets weergegeven, naar slim; keuzes maken die op lange termijn goed uitpakken voor onze leefomgeving en gezondheid, en die recht doen aan fundamentele mensen- en burgerrechten. Het betekent ook in verbanden in plaats van tegenstellingen denken. De zoektocht naar de gezamenlijke winst op lange termijn in plaats van het conflicterend belang op de korte termijn. Tijdens de opening van het academisch jaar van de Wageningen UR stond het thema ‘Disruptive thinking’ centraal. Het doorbreken van de korte horizon die diep in onze economie, democratie en media is geworteld vraagt om serieus ontwrichtend denken en handelen. Het is meer dan een mooi kunstzinnig of wetenschappelijk concept, het is onze belangrijkste doorbraakmogelijkheid om de korte termijn reflexen waar onze maatschappij van doordrenkt is te ontstijgen. Maar hoe maken we ruimte voor ontwrichtend denken, voor wezenlijke verandering, voor duurzaamheid als basis van onze keuzes?
Dialoog met de samenleving
Uit de weg gaan, ondersteunen, bureaucratie aanpakken; erg goed om te doen als lokale overheid, maar er is meer nodig. De term faciliterend leiderschap komt regelmatig voorbij, mij klinkt het te passief, te neutraal, in de oren. Neutraal is prachtig als je het woord klimaat ervoor plakt, maar zinloos als je revolutie wil. Een goede democratische leider is een jongleur. Die uitblinkt in inhoud en relatie en die overtuigingskracht heeft en die ook gebruikt, en daarmee investeert in democratische dialoog. Politieke vernieuwing is een voorwaarde om wezenlijke maatschappelijke veranderingen, gedragen door burgers, voor elkaar te krijgen. De nieuwe economie bereiken we niet zonder in de basis te werken aan een nieuwe democratie. Dat kan alleen als bestuurders de weg durven te wijzen. Wat we nodig hebben zijn democratische leiders die succesvol beïnvloeden en sturen met een duidelijk verhaal dat tot de verbeelding spreekt. Ontwrichtend denken is geen synoniem voor spectaculaire futuristische nieuwe ideeën, in deze tijd van vervreemding is het misschien wel juist weer oog krijgen voor basale behoeftes, zaken continu toetsen aan common sense en wetenschappelijke inzichten. Ik ben dan ook erg gelukkig met de zoektocht van Louise Fresco naar meer dialoog met de samenleving. Als wetenschappelijke kennis meer maatschappelijke waarde krijgt dan zal de kwaliteit en de duurzaamheid van politieke en maatschappelijke oplossingen ook verbeteren. Als wetenschap onderdeel is van de samenleving en niet een apart eiland, dan komen keuzes gebaseerd op wetenschappelijke kennis, die de lange termijn behoefte dragen, in zicht. Nu zegeviert nog te vaak het niet willen weten.
Exclusiviteit is in veel verbanden een mooi gegeven, in deze is het een bedreiging. Duurzaamheid mag niet exclusief van de klimaatdeskundigen zijn maar moet een thema zijn waar de hele organisatie zich mee bezighoudt. Daar werken wij als gemeente hard aan, het is een secuur proces en eentje van lange adem. Om overzicht te hebben ben ik met de zegen van mijn collega's in het college coördinerend duurzaamheidswethouder.
Ik ben nu anderhalf jaar wethouder en stel al sinds ik ben begonnen bij alle voorstellen die voorbijkomen steeds de vragen: Waarom doen we dat? Wat is er onderscheidend aan? Wat is er typisch Wagenings aan? We moeten in waarden leren denken en niet in aanbod en producten. Dat vraagt een expliciet gesprek op alle niveaus waarin de gezamenlijke missie besproken, begrepen en doorgegeven wordt.
Grootste uitvinder aller tijden
In Wageningen is onze missie ‘Klimaatneutraal in 2030.’ Vorige week is een belangrijk voorstel om volop in te zetten op zon bijna unaniem -het CDA stemde tegen- door de gemeenteraad aangenomen. Dat betekent dat we niet alleen zoveel mogelijk zonnepanelen op daken moeten realiseren, maar ook grondgebonden installaties. En naast deze zonneparken op land ook drijvende systemen in vijvers en dubbel ruimtegebruik, zoals overdekte parkeerplaatsen waar zonnepanelen op liggen. Om dit te realiseren zullen we de kennis van de universiteit om het landschappelijk goed in te passen hard nodig hebben. Om onze hoge klimaatambitie waar te maken moeten we meters maken. Bedrijven zorgen voor bijna driekwart van het totale energie verbruik. Daarom zijn we als gemeente ook bezig met het versterken van de verbinding met economie en de samenwerking met ondernemers te intensiveren. Als gemeente hebben we eerder het concept Wageningen woont duurzaam gelanceerd, gericht op wonen en particulieren, heel recent hebben we samen met lokale ondernemers ‘Wageningen werkt duurzaam’ gestart. Een goede samenwerking en noodzakelijke offensief. Het is hard nodig en ik geloof dat het ons verder gaat brengen in onze ambitie. Maar zolang bedrijven -vooral de grootverbruikers- zwaar gesubsidieerd blijven worden -jaarlijks zes miljard- en overstappen en investeren in hernieuwbare energie absoluut niet loont, zal het ons niet ver genoeg brengen. Zonder het vergroenen van ons belasting stelsel gaan we het niet redden. Dat is de belangrijkste boodschap die ik steeds overbreng wanneer ik in gesprek ben met mensen van relevante ministeries of politici. Nu roeien we tegen de stroom in, stilstaan is geen optie, dat blijven we dus maar doen, maar op deze manier komen we er niet.
Naast het meters maken geloof ik sterk in de noodzaak om te investeren in innovaties. Daarom heb ik naast de nieuwe ambities rond zon de gemeenteraad een nieuwe parallel spoor voorgelegd: ‘Wageningen als proeftuin voor innovaties’ . Een recent voorbeeld daarvan is het eerste 'Nul-op-de-meter rijtjeshuis'-renovatie volgens de Stroomversnelling Koop dat een paar maanden geleden is opgeleverd, een landelijke primeur. Kiezen om in te zetten op innovaties is een bewuste bestuurlijke keuze. Met Wageningen UR binnen onze gemeentegrenzen een erg passende en voordehand liggende keus. De overheid staat niet bekend om haar inventiviteit. Een hardnekkig misverstand is dat de markt innoveert en de overheid ontwikkelingen in de weg staat. Interessant genoeg is dat feitelijk onjuist. Om historicus Rutger Bregman te citeren: 'de overheid is de grootste uitvinder aller tijden.' De grootste investeringen in innovaties zijn niet door de markt maar door de staat bekostigd. Omdat de overheid meer risico durft te nemen. Een mooi actueel voorbeeld is de WEpod, het eerste zelfrijdende voertuig dat tussen Wageningen en Ede op de openbare weg gaat rijden, waar de provincie veel in investeert.
Voorbij gemeentegrenzen
Inhoud staat altijd voorop. Een goed bestuurder kent de praktijk en verbindt niet alleen partners en rollen aan elkaar maar ook abstract beleid met uitvoering. Bij de inwoner beginnen en het vervolgens vertalen naar wat het betekent voor de organisatie. Als je weet welke waarden belangrijk zijn, dan heb je focus en richting. De waan van alledag overstijg je alleen door eerst een gezamenlijk doel te hebben. Het Gelders Energieakkoord – een coproductie van maatschappelijk middenveld, bedrijfsleven en overheid, getekend door ruim honderd partijen - dat helder stelt dat we als provincie in 2050 klimaatneutraal moeten zijn, is een goede illustratie van een belangrijk gezamenlijk plan. Weliswaar heeft het een lagere ambitie dan de Wageningse ambitie om in 2030 klimaatneutraal te zijn, maar door de veel grotere schaal doet het recht aan de urgentie van de klimaat- en energie-uitdaging. Mijn bestuurlijke horizon reikt verder dan de gemeentegrenzen van Wageningen. Tot de dag van vandaag hebben zich geen onderwijs- en kennisinstellingen aangesloten, ik zou me kunnen voorstellen dat Wageningen UR daar verandering in brengt en aan boord van het Gelders Energieakkoord stapt.
Om serieus genomen te worden op het terrein van duurzaamheid moeten niet alleen de drie p’s van people-planet-profit op orde zijn en aandacht krijgen, maar ook de p’s van practice what you preach. De voorbeeldfunctie is van heel groot belang. Daarom heb ik het afgelopen anderhalf jaar daar stevig op ingezet. Zo hebben we -eindelijk zou ik zeggen- een Revolving Fund om ons eigen vastgoed te verduurzamen. Daarnaast heeft de gemeenteraad voor de zomer ingestemd met een bedrag van 1,1 miljoen subsidie voor onrendabele verduurzamingsmaatregelen bij scholen. Daarmee kunnen er stappen gezet worden in de verduurzaming van scholen zonder afhankelijk te zijn van de ontwikkelingen in de markt die veel te traag gaan. Wat mij betreft houdt het niet op bij investeren in de voorbeeldfunctie, maar zetten we ook de vervolgstap: de markt uitdagen en tot verduurzaming dwingen door optimaal gebruik te maken van onze inkoopmacht. De gemeente Wageningen heeft sinds kort besloten circulair in te gaan kopen. Een voorbeeld van ons ontwrichtend denken in de praktijk is dat we bewust hebben besloten om niet tien of vijftien procent circulair inkopen -of welke veilig percentage dan ook- we hebben de logica omgekeerd en gezegd dat we in principe circulair inkopen, als het niet lukt dan leggen we uit waarom. We zijn nu als eerste gemeente in Nederland alle medewerkers aan het onderwijzen in de principes van circulair inkopen, niet alleen de inkopers, maar iedereen. Alle lagen van de organisatie. Het is een zo radicaal andere aanpak dat dit alleen gaat lukken als het breed gedragen wordt en mensen geïnspireerd zijn. En omdat we ‘het goede niet half doen’ betekent circulair voor ons niet alleen de fysieke en groene aspecten, maar ook het naleven van mensenrechten, de omstandigheden waarin goederen geproduceerd worden en ook dat mooie te recyclen onderdelen vervolgens met nare toxische spullen in elkaar gelijmd worden. De inrichting van ons nieuwe stadhuis is helemaal circulair ingekocht en we onderzoeken nu of het lukt om een groot infrastructureel project ook helemaal circulair te doen. Het is een spannende route omdat we nieuwe wegen aan het uitvinden zijn waar nog geen voorbeelden van zijn in Nederland. Wageningen is door het ministerie van Economische zaken uitgenodigd om zich aan te sluiten bij de Green Deal circulair inkopen. Dat hebben we net gedaan, we hopen dat het ons inspiratie en bruikbare kennis op zal leveren. De Universiteit van Tilburg is ook aangesloten. Ook hier geldt: misschien ook interessant voor Wageningen UR.
Toegankelijk taalgebruik
Grote veranderingen vragen om een groot commitment. Zowel voor de interesse intern als die in de samenleving is het hard nodig om de coalitie van mensen die zich willen inzetten voor de nieuwe economie en de energietransitie uit te breiden. De eerste en belangrijkste stap daarin is toegankelijke taal te gebruiken. Geen jargon, geen feestje van groene techneuten. De taal moet uitnodigen en niet mensen buitensluiten. Persoonlijk ben ik bovendien erg wars van vaag taalgebruik en van woorden als dwarsdenkers, kantelaars en frisdoeners. Als je weet wat je wilt zeggen dan kun je het ook op een eenvoudige manier beschrijven. Bovendien dwing je jezelf en anderen om echt na te denken over wat je wilt en wat woorden als ‘transformatie’ concreet inhouden.
Naast klimaat en duurzaamheid ben ik ook verantwoordelijk voor een breed palet aan taken in het sociale domein, waaronder de nieuwe taken op het gebied van zorg en jeugdzorg. Het sociale domein is nog volop aan het zoeken naar hoe het ideaal van 'zorg dichtbij burgers' gerealiseerd moet worden, maar er valt voor de energietransitie al veel van te leren. Zo werken we in Wageningen sinds 1 januari met een sociaal loket waar niet alleen alle gemeentelijke disciplines gebundeld zijn maar ook belangrijke organisaties en zorgaanbieders. Samen wordt de balie bemenst. Specialisten krijgen een veel bredere blik, waardoor niet alleen de vraag of het probleem alle aandacht krijgen maar vooral ook de mens die aan de balie komt. Terug naar common sense en menselijke maat. We ruilen specialisten niet in voor generalisten maar bieden ze het totaalbeeld waarbinnen ze hun specialisme nog beter kunnen inzetten. Ook op het terrein van energie is samenwerking het enige recept voor resultaat. Dat betekent dat je als overheid stuurt op samenwerking in plaats van concurrentie.
Ruimte maken voor ontwrichtend denken
De belangrijkste vraag is: hoe zet je de inwoner centraal in de praktijk als je in een web van procedures, regels en producten vastzit? We moeten ons er bewust van zijn dat een structuur of procedure een middel is en geen doel. Dat vraagt om een echte cultuurverandering. Maar hoewel het tegenstrijdig klinkt: een structuuraanpassing kan daarbij helpen. Als je van professionals vraagt om buiten de lijntjes te kleuren, als je oproept om ontwrichtend te denken, moet dat wel mogelijk worden gemaakt. Zolang we gevangen zitten in het moeten verantwoorden in platte cijfers en contactmomenten in plaats van maatschappelijke effecten, investeringen in preventie en bejegening, moet experimenteerruimte geformaliseerd worden. Een andere benadering, niet alleen mogelijk maar ook makkelijk maken. Zo heb ik de ambtelijke organisatie gevraagd om met een voorstel te komen voor een maatwerkfonds. Alle mooie, slimme, logische en voor de hand liggende oplossingen die bedacht worden en die niet tot ons standaard aanbod behoren, kunnen dan vrij eenvoudig ergens weggeschreven worden.
Tot slot, jullie studeren of werken allemaal bij de beste universiteit van Nederland, op nummer 47 de hoogst geplaatste Nederlandse universiteit op de internationale ranking. De groenste universiteit van Nederland. Duurzaamheid is zoveel meer dan techniek en emissies. Het heeft ook alles te maken met betrokkenheid van mensen, daarvoor moeten we zeggenschap organiseren, want als je er niets over te zeggen hebt dan voel je je er ook niet verantwoordelijk voor. Duurzaamheid heeft alles te maken met lokale worteling, met het investeren in cultuur. Met verantwoordelijkheid voelen voor de omgeving waarbinnen studenten en werknemers groeien en geïnspireerd raken. Niet alleen voor de lokale overheid geldt dat we moeten investeren in de dingen die van waarde zijn, ik denk dat het ook voor Wageningen UR geldt. In een wetenschappelijke omgeving is inspiratie en cultuurbeleving (als in the arts)haast een basisvoorwaarde. Stel je voor dat de universiteit evenveel geld zou investeren in cultuur als in sport? Zomaar een ontwrichtende gedachte. Duurzaamheid en disruptive thinking passen goed bij elkaar. Als het zinnetje ‘ieder de eigen rol’ steeds vaker vervangen kan worden voor ‘waar voelen we ons gezamenlijk verantwoordelijk voor’ dan is dat het bewijs dat we de goed kant op bewegen. Als er in de praktijk ruimte wordt gemaakt voor ontwrichtend denken dan verwacht ik mooie nieuwe keuzes die de weg vrij maken voor de nieuwe economie die door waarde gedreven wordt en niet alleen door geld.