Tekst van Lara de Brito, uitgesproken op 28 april 2015 door Ben Piepers bij Pelgrimsgroep.

Ik ben aan de andere kant van de wereld opgegroeid. Mozambique, niet alleen in afstand de andere kant van de wereld, ook qua kenmerken de tegenpool van Nederland. Toen ik opgroeide in de hoofdstad Maputo was Mozambique het armste land ter wereld. Een land verscheurd door oorlog. Opgroeien in de permanente spanning van de oorlog en omringd door de intense armoede om me heen heeft mijn kijk op de wereld bepaald.

Een gedicht van mij over mijn Mozambique:

Het land van duizend dromen

Mozambique, het land van duizend dromen waar rivieren, watervallen en schoten stromen een levend contrast tussen leven en dood licht en donker beide levend, voor de helft vermoord waar de ogen spreken niet het woord dezelfde oorlog woedt ook in mij ook ik heb vrede gesloten maar niet met het verleden gebroken Mozambique, het land van duizend dromen waar rivieren, watervallen en schoten stromen mensen die alles hebben verloren hebben nog steeds een lach op hun gezicht met beide benen op de grond de enige zekerheid van hun bestaan is dag ze daar staan het land is als een pure melodie waar het ritme aan ontbreekt waar elke dag de zon schijnt waar elk moment een storm opsteekt het is het land waar ik ben geboren waar ik zoveel heb gewonnen maar ook zoveel heb verloren gegroeid en gewond de enige taal die ik verstond van geluk en van angst van een buitenstaander zijn in je eigen land

(In 2001 gepubliceerd in gedichtenbundel 'Omzien, het land van herkomst in proza en poëzie')

In 1988 vertrokken we als gezin uit Mozambique en verhuisden naar Kaya in Burkina Faso. Na twee moeilijke jaren, waarin ik me niet kon aarden, zijn we op mijn veertiende naar Nederland gekomen. Wageningen was voor mij een bevrijding, een nieuw begin. Opnieuw starten in een nieuw land vond ik spannend. Dat ik de Nederlandse taal niet beheerste, zag ik toen niet direct als een probleem. Als kind had ik immers al Spaans, Engels en Frans geleerd. Pas veel later werd ik me ervan bewust hoe groot de impact is geweest. De discrepantie tussen wat ik begreep en wat ik kon overbrengen op school was groot. Je niet adequaat en precies kunnen uiten, leidt tot grote frustratie. Toch besloot ik vele jaren later om journalistiek te gaan studeren. De ultieme overwinning op mijn onvrijheid, de reden tot onderpresteren en de spanningen op de middelbare school. Ik heb me gelukkig verzoend met de Nederlandse taal en het is mijn instrument geworden om mijn gedachten en ideeën te kunnen delen. Dit steeds tegen de achtergrond van de stad waar ik altijd trouw aan ben gebleven, en waar ik altijd ben blijven wonen. De stad waar ik een blanke Mozambikaan kon zijn met ouders van Portugese origine en waarbij ik met trots, maar ook met de nodige dosis onvermijdelijkheid en met het voorbij schrijden van de jaren steeds Nederlandser ben geworden. Vijf jaar geleden kon ik de sterke behoefte niet meer weerstaan om ook bij landelijke en provinciale verkiezingen te mogen stemmen en heb ik de Nederlandse nationaliteit aangevraagd. Iets meer dan een maand geleden heb ik onopgemerkt en iets te lichtzinnig tussen de bedrijven door mijn eerste Nederlandse paspoort opgehaald. Verborgen toch een bijzonder moment.

Voor mij is de Stad der Bevrijding ook de Stad der Vrijheid. Het zijn duidelijk twee verschillende dingen, maar het hoort zonder meer bij elkaar. Ik vind dat we het zowel onze geschiedenis als ook de huidige generaties verplicht zijn om niet alleen de bevrijding te eren maar ook dagelijkse vrijheid te creëren. Voor Wageningse inwoners en voor mensen die bij ons willen horen. Want een vrije stad is ook een gastvrije stad. Als het gaat om vrijheid van denken, is filosoof en econoom Amartya Sen een inspiratie voor mij. Omdat hij oog heeft voor de intentie en de betekenissen daar van af laat hangen. Zijn pluralistische benadering van dingen maakt de duiding veel preciezer. Misschien wel zijn meest treffende voorbeeld is het feit dat hij nationalisme in zichzelf niet goed of kwaad vindt. Het hangt van de intentie af, is Sens stelling. Het draait om de intentie waarmee en waarom we de eigen identiteit benadrukken. Willen we mensen uitsluiten of mensen juist de mogelijkheid bieden om zich thuis te voelen en erbij te horen? Wageningen heeft een duidelijk internationale identiteit. Het is een inclusieve stad. In de internationale context van Wageningen kon ik Nederlands worden. Waarschijnlijk was dat elders ook gelukt, maar ik leef in de veronderstelling dat het in Wageningen makkelijker is door de internationale identiteit.

Tien jaar geleden hield Z.K.H de Prins van Oranje tijdens het lustrumjaar 2005, toen we 60 jaar bevrijding vierden, een pleidooi om 'zivilcourage' te tonen. ”We zijn geen toeschouwers meer, we staan nu zelf op het toneel van de geschiedenis.” In datzelfde jaar ben ik voor het eerst op de GroenLinks lijst voor de lokale verkiezingen van maart 2006 gegaan. Acht jaar in de gemeenteraad heb ik me ingezet om armoede te bestrijden en gelijke kansen te creëren. Als wethouder hou ik me bezig met het vormgeven en aanjagen van wat sommigen de participatiesamenleving noemen; ik noem het liever de betrokken samenleving. Voor zover we zijn verworden tot toeschouwers, vragen de grote veranderingen om meer spelers op het toneel. Met de historische overdracht van de sociale taken sinds 1 januari hebben we de kans om echte veranderingen teweeg te brengen en de zorg echt te verbeteren. Ik geloof er in dat zorg het best georganiseerd kan worden dichtbij mensen. Maar na jaren van afstand, individualisme, consumentisme en bureaucratie is de heruitvinding van de menselijke maat waar mensen regie hebben over het eigen leven niet vanzelfsprekend; om maar niet te zeggen ver weg. Alles wat ik doe als wethouder is gericht op voorwaarden scheppen om de betrokken samenleving mogelijk te maken en wanneer nodig zelfs te forceren. Net zo min als vrijheid vanzelf gaat, groeit betrokkenheid vanzelf. Daar moeten we hard voor werken.

Ik ben de politiek ingegaan omdat ik geloof dat een mens het verschil kan maken. En ik voel ook de verplichting om op het toneel te staan en toeschouwers te verleiden er ook op te komen. De primaire taak van de politiek is om vermijdbare misère tegen te gaan, aldus Karl Popper, dat is mijn politieke motto. Mensen bevrijden en mensen vrij maken. Isaiah Berlin onderscheidt negatieve en positieve vrijheid. Negatieve vrijheid is de 'vrijheid van invloed van anderen'. Het heeft te maken met vrijheid en bevrijding, met vrijheid van dwang. Positieve vrijheid is de 'vrijheid tot het inzetten van je eigen vermogen'. Dat gaat vooral over vrije wil en keuzes kunnen maken, je eigen leven inrichten. Eigen regie is één van de fundamenten van ons sociaal beleid in Wageningen. Als vrijheid ons grootste goed is dan moet de overheid de verzekeraar van de persoonlijke vrijheid zijn.

Daar houd ik me dagelijks mee bezig: met vrijheid vormgeven en verzekeren. Zodat wonen in de Stad der Bevrijding ook ervaren wordt als leven in de Stad der Vrijheid.