Afgelopen januari steunde een groot deel van de raad een motie van GroenLinks tegen ondergrondse opslag van radioactief afval op Wagenings grondgebied. Op 21 maart schreef het college een brief naar de Minister van Economische Zaken: Wageningen is tegen ondergrondse opslag van radioactief afval en zal zich op alle mogelijke manieren verzetten mocht Wageningen worden aangewezen als locatie daarvoor. Kort daarna nodigde Economische Zaken de raad, samen met die van andere gemeenten waar een soortgelijke motie werd aangenomen, uit om bij de COVRA te kijken hoe verwerking en opslag van radioactief afval in Nederland plaatsvindt. Fractieleden Jan te Hennepe en Hettie van Nes gingen op die uitnodiging in. Op 18 april reisden zij naar de COVRA in Nieuwdorp, bij Borssele, in Zeeland.

De COVRA, de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval, heeft zich goed voorbereid op de komst van de raadsleden. Presentaties en voorlichting zijn bij de COVRA dan ook een regelmatig terugkerend verschijnsel. ‘Ons product is veiligheid,’ zegt adjunct-directeur Ewoud Verhoef. ‘En veiligheid heeft veel te maken met emoties. Daarom moeten we in gesprek blijven met alle mensen die vragen hebben over kernafvalverwerking.’ De COVRA is dan ook helemaal ingericht op de ontvangst van groepen. Met een vlotte powerpointpresentatie horen de raadsleden hoe hoog ioniserende straling in Nederland van nature is, hoe weinig straling uit nucleaire activiteiten daaraan toevoegt en hoe klein het aandeel kernafval is in Nederland in verhouding tot andere soorten afval. Het zijn cijfers die bij de meeste raadsleden wel bekend waren toen ze hun moties indienden. Zij zijn vooral geïnteresseerd in het verhaal van de COVRA over ondergrondse opslag.

Vooralsnog slaat de COVRA het kernafval bovengronds op. ‘Maar bovengronds opslaan geeft gedonder,’ zegt Verhoef. ‘Het is altijd afhankelijk van controle en van mensen die dat regelen. Het is duidelijk dat je dat niet voor altijd kan doen. Daarom moet je zoeken naar plekken waar je het kan opslaan zonder afhankelijk te zijn van mensen. Uiteindelijk moeten we het afval weghalen uit onze leefomgeving. We moeten het isoleren.’ Uiteraard is er goed nagedacht over de techniek van ondergrondse eindopslag. Een presentatie en modellen laten zien hoe de boomse kleilaag zelf het verpakkingsmateriaal zal zijn voor radioactief afval. Toch blijven veel raadsleden sceptisch. Of het werkelijk veilig is, gedurende duizenden jaren, kun je volgens hen niet uit de onderzoeken afleiden.

Na afloop van het bezoek, waarbij de raadsleden ook nog rondkeken in de bunker waar hoogradioactief afval wordt opgeslagen, zijn ook Jan en Hettie niet werkelijk van mening veranderd. ‘Al is er naar de veiligheid van eindberging veel meer onderzoek gedaan dan ik dacht,’ zegt Jan. ‘Daar zou ik me graag nog wat verder in willen verdiepen. Maar ik heb er een principieel bezwaar tegen dat het gaat om definitieve opslag, die niet terugneembaar is. Dat is niet goed. Je moet het afval altijd in het zicht houden.’ Hettie sluit zich daarbij aan. ‘Natuurlijk zul je de COVRA niet snel op technische tekortkomingen betrappen als je daar een middag gaat kijken. Integendeel, ze werken daar allemaal superveilig met eindeloos veel checks en backups. Maar het werkelijke bezwaar zit hem wat mij betreft in de generaties die na ons komen. Ik geloof niet dat we kunnen garanderen dat de mensen die over duizenden jaren leven nog weten waar we onze rotzooi hebben ingegraven. En stel je voor dat dat wel lukt, dan hebben wij hen dus opgezadeld met onze erfenis. Dat moet je niet willen.’

Het standpunt van GroenLinks Wageningen is na het bezoek van Jan en Hettie aan de COVRA dus niet veranderd. ‘Een veel betere oplossing is voorkomen dat we überhaupt met hoogradioactief kernafval blijven zitten,’ zegt Jan. ‘Dat betekent dat we efficiënt moeten omgaan met energie en dat we de productie van duurzame energie moeten stimuleren. Voor Wageningen ligt er een goede kans in de opwekking van wind- en zonne-energie. Daar zetten we ons voor in.