Algauw kwam een voor mij bekende reflex voorbij ‘Het stadhuis niet verbouwen, daar kan je op bezuinigen’, zei CDA’er Weenink. SP en de VVD volgden. Het leverde applaus op en toen ik een poging deed om het recht te zetten ontstond er gemor in de zaal.
Het plan om te verbouwen ontstond omdat we er niet meer onderuit kunnen als gemeente om te investeren in onze gebouwen, omdat ze niet meer aan de eisen voldoen en onze ict-omgeving zodanig verouderd is, dat het niet meer werkbaar is. Er moet dus hoe dan ook geïnvesteerd worden. Wat we hebben gedaan, is gekeken naar een slim alternatief, waarbij we dezelfde maandlasten kwijt zijn en een beter en milieuvriendelijker gebouw konden realiseren. Dat kan als we teruggaan naar één gebouw en dat verbouwen. Daarvoor ligt er een plan, waar de gemeenteraad groen licht voor heeft gegeven.
Ik snap dat het bij mensen in het verkeerde keelgat schiet. Het was bij mij ook gebeurd als ik niet precies wist hoe het in elkaar steekt en waarom dit niet is wat het lijkt. Juist onze coalitie van D66-GL-PvdA zou nooit zomaar geld tegen de balk smijten om een gebouw te verbouwen als dat niet noodzakelijk was en veel extra geld zou kosten. Ook niet als er geen crisis was geweest.
De werkelijkheid is dat deze coalitie heeft besloten om eerst flink in eigen vlees te snijden, in de gemeente zelf, voordat burgers iets mogen voelen van de bezuinigingen. En dat is ook voor miljoenen gebeurd. Wij zijn een progressief linkse coalitie die als geen ander ons sociaal en groen beleid op handen draagt en nooit, maar dan ook nooit, voor stenen boven mensen zou kiezen.
Martijn Weenink gaf geen antwoord op de vraag wat de gemeente overhoudt als we niet verbouwen omdat hij weet dat we niets overhouden.