Gek genoeg is het zo dat wanneer een ramp zich langzaam ontvouwt -zoals met de huidige economische crisis het geval is, met als ultieme gevolg dat gezinnen huis en haard verliezen- er ineens ruimte is om politiek van mening te verschillen over de inzet om mensen niet achter te laten. Kinderen hebben geen keus, en zijn nooit verantwoordelijk voor de ellende waarin ze belanden, maar betalen wel de volle prijs. Om die reden is het extra belangrijk dat er goede activiteiten voor de jeugd zijn, zowel als afleiding en ontspanning, als voor de vroege signalering van problemen. Daarom dient GroenLinks een motie in waarin we het college verzoeken om in overleg met het veld jongerenparticipatie te behouden.
Landelijk zijn het verwarrende tijden. Een golf van verzet trekt over Nederland omdat het woord nivelleren, afgestoft en door de VVD geadopteerd, op de middenstip van de politieke arena is geplaatst. In het verlengde van dit nivelleringsdebat geldt voor GroenLinks dat we niet geïnteresseerd zijn in rancune-politiek; we willen niet minder rijken, we willen minder armen. Daarom is de OZB voor GroenLinks onderhandelbaar, maar goede armoedebestrijding niet. Daar is gelukkig ook geen cent op bezuinigd.
Lokaal voelt het alsof we in een bokswedstrijd zijn beland. Deze derde ronde bezuinigingen is zwaar. Bij elke nieuwe ronde komen de klappen harder aan en wordt het steeds moeilijker om met moed en vertrouwen terug de ring in te gaan. Dan helpen nieuwe woorden om de moed weer te vatten en om opnieuw te benoemen waarvoor we in de politiek zijn. En waar we met onze stad naartoe willen. Daarom vandaag ‘niemand achterlaten’ in plaats van sociaal, solidair of samen. Woorden die betekenis verloren hebben, doordat ze tot de standaard vocabulaire behoren dat elk congres vult, ongeacht van welke partij.
De vorige periode heeft GroenLinks zich vanuit de oppositiebankjes verzet tegen wat we ‘potjesredeneren’ noemen. We willen geen antwoord op de vragen ‘hoeveel zit er in het potje en hoeveel halen we er weg?’ Wij willen weten ‘ wat willen we bereiken en wat zijn we bereid te investeren om dat te verwezenlijken?’ Nu GroenLinks deel uitmaakt van de coalitie is onze benadering niet anders. De afgelopen twee jaar is het brede domein van sociale duurzaamheid opnieuw opgebouwd. We blijven vernieuwing nastreven. We blijven werken aan geïnspireerd en samenhangend beleid. ‘Eerst beleid, dan bezuinigen’, niet andersom. Als we ons rol als raad serieus nemen dan marchanderen we niet met dit principe.
En daarom hebben wij bewust gekozen om ons niet als boekhouder of super¬-ambtenaar te gedragen, maar als politici, die vragen om een verhaal en daarop gebaseerde argumenten zodat we kunnen kiezen. Vanuit de kant van het college snappen we dat de tijd te kort was en het bedrag te groot om dat optimaal voor te bereiden. GroenLinks gunt het college de tijd om op basis van visie met goede onderbouwde bezuinigingsvoorstellen te komen.
Op de terreinen van Participatie en WMO hebben we een visie ontwikkeld. De invulling van de bezuinigingen komt terug in de raad. Voor cultuur wordt de komende tijd nieuw beleid ontworpen. Rest ons nog Natuur en Milieueducatie, daar heeft Wageningen nog geen visie op. Daarom zal GroenLinks, mede-ondertekend door D66, een amendement indienen waarin we de ingevulde twee ton bezuiniging op het Groene Wiel vervangen door een nog in te vullen bedrag. Pas als we als gemeente een visie hebben op NME kunnen we praten over een concrete bezuiniging. We hebben de tijd en we vinden dat we een morele verplichting hebben om die optimaal te benutten.
De waarde van NME voor onze stad, als investering in burgerschap is evident. Klimaatneutraal willen worden en NME wegbezuinigen is als analfabetisme willen uitroeien en korten op leren lezen. Onze ambitie klimaatneutraal 2030 blijft voor GroenLinks een doel waar we trots op zijn. En waar zich interessante ontwikkelingen voordoen. Denk aan de Woningstichting die bezig is om een Eco-corporatie te worden.
Het is niet bepaald een verassing dat GroenLinks zich inzet voor het beschermen van groen in en om de stad. Dat is niet alleen omdat het woord groen in onze naam zit, het is omdat we geloven in de waarde van groen voor het welzijn en de gezondheid van mensen. Het is dan ook een luxe om GroenLinkser te zijn in de stad waar een van de meest gerenommeerde groene universiteiten van de wereld gevestigd is. Regelmatig worden we dan ook getrakteerd op mooie onderzoeksresultaten; over de waarde van NME of -recent door Alterra gepresenteerd- de goede invloed van groen op onze gezondheid. In aansluiting daarop dienen GroenLinks en de PvdA een motie in om slechts onder voorwaarden delen openbaar groen te verkopen of door derden te laten beheren.
GroenLinks vindt desinvestering een gruwel. Desinvestering is een term die makkelijk tot de verbeelding spreekt als het om grijze infrastructuur gaat. We snappen dat onderhoud van wegen goedkoper is dan verwaarloosde wegen herstellen. Maar van desinvestering is ook sprake voor cultuur, sociaal en groen. En als het om de unieke identiteit van Wageningen gaat zijn dat de terreinen waarop we ons onderscheiden. Voor GroenLinks niet de room op de taart maar de bodem, omdat het ons maakt wie we zijn. Om die reden zijn we dan ook bereid om financieel scherper aan de wind te zeilen als we door het rijk worden gedwongen om de sociale en groene infrastructuur van onze stad blijvend schade te doen. Onze belangrijkste kompas daarbij is het ‘no regret’ principe.”