De langdurigheidstoeslag is een financiële tegemoetkoming voor mensen die lang van een minimuminkomen moeten leven, zonder uitzicht op betaald werk. Zo wordt armoede voorkomen. Gemeenten stellen zelf het beleid rond de toeslag vast en daarom heeft elke gemeente een langdurigheidsverordening. In de nieuwe Participatiewet maakt die verordening plaats voor een “verordening individuele inkomenstoeslag”. De raad moest daarom over die nieuwe verordening besluiten. GroenLinks wilde dat de nieuwe situatie niet minder zou zijn dan de huidige. En daar had het college voor gezorgd. Sterker nog: de doelgroep wordt in de nieuwe regeling uitgebreid. Maar tijdens het raadsdebat bleek opnieuw dat de wens dat minimabeleid geldt voor iedereen met een inkomen tot 130% van het bijstandsniveau moeilijk samengaat met de wens die de coalitiepartners óók hebben om zo veel mogelijk maatwerk toe te passen. In 2015 wordt daar verder over gesproken. Voor GroenLinks blijft leidend dat mensen die tot 130 procent van de bijstandsnorm verdienen in principe te weinig geld hebben om goed van te leven.